dinsdag 21 februari 2012

Marx 2.0

Marx zal in ten minste 2 opzichten gelijk krijgen. De kapitalistische wereldstrijd van allen tegen allen mondt in een nabije toekomst uit in een communistische wereldorde. Via de mondialisering en haar nivellering van alle productiemiddelen zijn we ons al aan het voorsorteren. De financiële crisis is de - al of niet gemaakte - driver van onze richting in dit economische sorteervak. Economische mobiliteit krijgt hierbij een nieuwe betekenis. Dit is zijn eerste gelijk.

Het tweede gelijk van Marx betreft zijn kijk op religie: "Die Religion ist der Seufzer der bedrängten Kreatur, das Gemüth einer herzlosen Welt, wie sie der Geist geistloser Zustände ist. Sie ist das Opium des Volks". Maar meer dan opium van en voor het volk te zijn, is religie de springstof van de verongelijkte. Niet kernwapens vormen een bedreiging voor de wereldvrede, maar religies. Het probleem met religies is de beleider ervan: het defecte individu met zijn tekorten - waaronder tekort aan humor wel het grootste is. Het is een zondig individu overeenkomstig de leer van de privatio boni. Het religieuze bewustzijn is een toestand die een bovenmenselijke harmonie vereist met al dat is; feitelijk een vorm van zorgeloosheid of gelassenheit. Ons al te menselijke gemoed is daartoe niet in staat; dat komt niet verder dan een pathologische geloven: een moeten geloven in een opperwezen om het eigen defect voortdurende bevestigd en opgeheven te zien. De zielenpijn die daaruit ontstaat moet gedeeld worden en dat gebeurd in de geloofsgroep. In het gezamenlijk geloven van de groep wordt het schijnbare gelijk van elke individuele gelovige oneindig teruggespiegeld tot de caleidoscopische zinsbegoocheling van superioriteit ten opzichte van alle ongelovigen. Op wonderbaarlijke wijze is het depressieve tekort getransformeerd in een manisch teveel.

Het symmetrisch patroon van de caleidoscoop zien we terug in de architectuur van geloofshuizen: deze architectuur is een uitdrukking van de transformatie; zij wil een bevestiging zijn van de eigen grootsheid en een middel ter intimidatie van de ander. In laatste instantie moet de ander bekeerd of onderworpen worden. Dan is religie zoals Marx zegt inderdaad het hart van een harteloze wereld.

Het is niet zomaar dat Jezus zelf geen kerk stichtte. Jezus heeft nooit enige moeite gedaan om zijn woorden te laten voortbestaan. Hij heeft niets geschreven, geen gebouwen ingericht voor lessen, laat staan dat hij een organisatie als een kerk heeft gevestigd. Jezus lijkt in dit opzicht op Boeddha. Beide wijken in essentie af van Mozes en Mohammed die respectievelijk de Israëlitische godsdienst en het Islamitisch kalifaat stichtten.