donderdag 11 augustus 2011

Jeugdherinnering II

We liepen langs de bochtige Witte Singel. We wisten niets van doodgaan en alles van eeuwig leven. Onze ogen stonden wijd open. Ik zag een witte zwaan als een absoluut vorst over het water van de singel regeren. En hoog boven ons dreven grote witte wolken als de schepen van Conquistadores naar de einder. Het was lente en er stond een harde wind. We kenden het geheim van de natuur die, zoals we van de Grieken geleerd hadden, zich van nature verbergt. Het was een moment en ik wist toen al dat ik het me later zou herinneren. Ik kijk erin als in een hologram en zie ons gaan. Onsterfelijk, onstoffelijk, nochtans van deze wereld. En toch ben je dood.