donderdag 16 maart 2017

Nederland en de druiven der gramschap

In de jaren 70 kwamen gastarbeiders naar Nederland. Zij kregen een werkvergunning voor 12 maanden. Aan het eind daarvan werd besloten of verlenging zinnig was. Van gezinshereniging, laat staan permanente vestiging was geen sprake. Tot op een dag iemand bij de PvdA bedacht dat er een enorm potentieel aan kiezers zomaar lag te verstoffen op de plank. In die tijd was in de islamitische wereld het socialisme een populaire ideologie en politiek veel belangrijker dan de islam zelf. Dit inzicht leidde tot het rampzalige besluit om van tijdelijke arbeidsmigranten permanente burgers te maken, hen aan te moedigen hun families hierheen te halen en alle mogelijke middelen in te zetten om het deze mensen naar de zin te maken. Lees: doe vooral zoals je thuis doet en trek je niets aan van Nederland.

Dit besluit legde de PvdA aanvankelijk geen windeieren. Tientallen jaren profiteerde deze partij bij de verkiezingen van de genegenheid binnen de migrantengemeenschap voor die lieve meneer den Uyl. Deze weldoener had, toen het werk allang over was, hun uitkeringen en theehuizen betaald, culturele centra (lees: moskeeën) gesubsidieerd en het behoud van de eigen culturele identiteit gepropageerd. En de VVD, het CDA en al die andere opportunisten zagen het aan en deden er het zwijgen toe. De goedkope arbeidskrachten vervulde tijdelijk een behoefte in de industrie vlak voordat de automatisering definitief zijn intrede deed en al die arbeidskrachten thuis kwamen te zitten. Landverraad zou je het met terugwerkende kracht moeten noemen.

En toen op een dag ontsprong er aan de schoot van de PvdA een tweeling die zich Denk noemde. En weg waren je kiezers die zo lekker hun eigen cultuur mochten genieten. Karma is a bitch, he Lodewijk.

Dankzij veel doorzettingsvermogen, verstandige ouders en een flink portie individuele wijsheid hebben een behoorlijk aantal kinderen uit deze gezinnen de mogelijkheden van onze samenleving begrepen en gegrepen. Zij zijn deel geworden van ons leven. Ik heb zelf over de loop der jaren met een aantal van hen mogen samenwerken. Prima mensen en collega's, soms beter dan de ontevreden en eeuwig zeurende 'blanke' Nederlander. En juist voor deze mensen vormt de opkomst van Denk de grootste bedreiging.

Maar ik heb in de jaren 90 ook les gegeven aan 2 VMBO klassen. Daarin zaten veel Marokkaanse en Turkse jongens die niet alleen geregeld mot met elkaar hadden, ze zochten ook voortdurend de confrontatie met de politie; puur om bevestigd te zien dat 'wij' de pik op ze hadden. Die jongens zaten zwaar met zichzelf in de knoop omdat ze door gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal en omgangsvormen (idem voor hun ouders) vaak op een te laag schoolniveau terecht waren gekomen. De schuld aan zichzelf of hun ouders geven stuitte op psychische bezwaren dus waren wij Nederlanders de oorzaak van hun falen. Maar natuurlijk voelden ze hoe het werkelijk zat. De onvermijdelijke zelfminachting leidde in later jaren tot zelfvernietiging en straatterreur. De maatschappij werd een spiegel waarin het negatieve zelfbeeld genadeloos bevestigd werd.