Op het strand ligt een schelp.
"Help" roept de schelp,
ik mis de zee,
een golf nam me mee.
Er zweeft een meeuw hoog in de lucht.
Hij stijgt en daalt.
Zijn reis verhaalt
mijn leven in een vogelvlucht.
De zon versplintert op het wad
Wolken rollen uit mijn rug
Een vissersboot keert langzaam terug
Ik moet nu gaan, het wordt al laat
De schelp rust nog in mijn hand.
Ik kijk ernaar, het kind in mij wint.
Geef me je oor,
luister aandachtig:
"gooi terug wat je vindt
en vang wat je verloor".
Ik denk: het leven is prachtig.